In de schrijnen worden fragmenten natuur (een
takje, een vogelnest, een plak turf)
geïsoleerd in profane "tabernakels". De
schrijnen zelf zijn betekend of
beschilderd, meestal met geabstraheerde
texturen, geïnspireerd op het voorwerp dat
ze herbergen of op de omgeving waar het
werd gevonden. De triptieken bieden een optimale
variatie aan ruimtelijkheid. De triptiek
kan open en dicht. Zij heeft een binnen en
een buiten. De scharnieren maken
manipulaties van de stand van de
beeldvlakken mogelijk.