Het
landschap spreekt zwijgend. De schilder
luistert. Kijkt. Tekent op. De Zenmeester
en de leerling. Reinig je oor, zuiver je
blik. De natuur leert - niet door haar
wetten, maar door haar tijd, haar adem en
het haast niet bewegen. Iets daarvan vangt
de schilder op. Bescheidenheid. Maar ook:
kracht.
Zo een contact brengt een heilzame
confusie mee: "Het landschap hindert me bij
het denken, het brengt mijn overwegingen
aan het deinen, als kettingbruggen bij
driftige stroming." Dat zegt 'de dikke' in
Kafka's Beschrijving van een gevecht.