Wat
kan de schilder doen? Zich afwenden van de
volheid, het kleurfestijn, trompe-l'oeil en
matière. Weerstaan aan de - verleidelijke -
leegte: "N'ayant rien trouvé qui valût
mieux que le vide, il laisse l'espace
vacant." Zoals in de vroegere
stillevens kleine dingen werden
uitvergroot, het vlak voor fragmenten
reserveren. Een stuk haag, een begroeid pad
in de zomer, een deel van de tuin in de
winter volstaan. Waarneming laten worden
tot herinnering. Het anekdotische van het
landschap achter zich laten. Het beeld
isoleren, afgrenzen van de omgeving, een
vlak in het vlak aanbrengen.
Merken hoe de
ruimte komt, ongevraagd, omdat ze in de
vingers zit.
Doordacht werken. Traag laten groeien.
Snel zetten. Bewerken, laag na laag.
Scherpte. Uitwissen. Energie verlenen. |

|
 |
 |
 |
 |
 |
|
|